|
| | |
Maria Catharina (Goeie Mie) Swanenburg | Geboren: | te Leiden | maandag 9 dec 1839 | vrouw | Huis op de hoek van Oostdwarsgracht en Langgracht; later woonachtig Singelstraat 16, alles te Leiden | Gedoopt: | | | | | Beroep: | kinderoppas, ziekenverzorgster | (de Leidsche Gifmengster) | Activiteiten: | | Overleden: | te Gorinchem | zondag 11 apr 1915 | | (Vrouwengevangenis) | Begr.: | te Gorinchem | | | Katholieke Begraafplaats Gorinchem | Maria Catharina Swanenburg, beter bekend als Goeie Mie en de Leidse Gifmengster (9 september 1839 - 11 april 1915) was een Nederlandse seriemoordenares. Swanenburg was de dochter van Clemens Swanenburg (een werkman) en Johanna Dingjan. Ze bracht haar leven voornamelijk door in arme Leidse wijken, waar ze de zieken verzorgde. Op 13 mei 1868 trouwde Mie met Johannes van der Linden, met wie ze vijf zonen en twee dochters kreeg. Maria stond goed te boek in Leiden, maar terwijl ze ouderen en zieken onder haar vleugels nam, sloot ze ook begrafenisfondsen en verzekeringen af op hun levens. Rond 1879 of 1880 begon Maria met het stelselmatig vergiftigen van eerst individuele buurtbewoners en later hele gezinnen met behulp van arsenicum. Deze duistere praktijken kwamen pas aan het licht in 1883, toen ze probeerde het gezin Groothuyzen en een buurmeisje in één keer uit de weg te ruimen. Niet alle beoogde slachtoffers overleden, en één klaagde achteraf dat de melk die Maria ze had gegeven vies smaakte. Swanenburg werd gearresteerd en in voorarrest gezet. Zeker vijftien lichamen werden opgegraven en onderzocht, en alle vertoonden sporen van arsenicumvergiftiging. Uit verder onderzoek bleek dat Maria na elke dood de verzekering had geïnd die ze zelf op het leven van haar slachtoffers had afgesloten. In december 1885 stond ze terecht in Leiden, waar ze verdacht werd van meer dan negentig moorden. Ze werd schuldig bevonden aan drievoudige moord en bracht de rest van haar leven door in een tuchthuis in Gorinchem, waar ze in 1915 overleed. De strafzaak leidde ook tot een verzekeringszaak. De verzekeringsmaatschappijen wilden immers het geld terug dat ze aan Maria hadden uitgekeerd. Aangezien zij echter moord niet in hun polissen hadden uitgesloten, en ook de wet niets over deze situatie zei, werden ze in het ongelijk gesteld. Maria had echter vanwege haar gevangenisstraf niets aan het geld. Bovendien kent het strafrecht de mogelijkheid wederrechtelijk verkregen voordeel aan de dader te ontnemen. Adres: Groenesteeg Filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=41UU3RpWgRs Zij verbleef vanaf 10 maart 1887 in Huis van Bewaring in Gorinchem. Zij zat daar tegelijk met Christina Goedvolk, die samen met haar man Hendrik Jacobus Jut in Den Haag aan de Bocht van Guinee (nu Huygenspark) een rijke weduwe en haar dienstbode vermoordde. Naar hem werd de kermisattractie Kop van Jut genoemd. http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/goeie_mie
Kwartierstaat: https://www.mijnstambomen.nl/leiden/mie.htm
| Vader: | Clemens Swanenburg, , werkman, sjouwer, ovl. op vrijdag 30 jun 1882 | Moeder: | Johanna Dingjan, ovl. op zondag 16 apr 1882 | tr. | Relaties: | | | | | | | 1 Johannes van der Linden, zn. van ...... van der Linden en ..... ....., geb. in 1844, , sjouwer bij de Grofsmederij, lakenwerker | tr. (resp. 28 en ongeveer 24 jaar oud) te Leiden op woensdag 13 mei 1868, (gesch. te Leiden op dinsdag 29 dec 1885) |
|
|
| | |
|